Hofstede de Broodkiste aan de Domburgseweg werd in 1605 gebouwd en was als herberg in gebruik totdat de ambachtsheren van Domburg-buiten dit halverwege de achtiende eeuw verboden. Daarna heeft de Broodkiste afwisselend dienst gedaan als boerenhofstede, uitspanning, wisselplaats van paarden, rustplaats voor koetsiers, winkel, woon-, en vakantiehuis.
Halverwege de negentiende eeuw bloeide de badcultuur in Domburg op. Nederlandse en Duitse adel, toonaangevende kunstenaars, rijkelui van over de hele wereld en zelfs keizerin Sisi trokken naar het sfeervolle Domburg dat in het jaar 1834 haar eerste badinrichting kreeg.
De elite ging voor een kuur met koets en al te water. In de badkoets, getrokken door een paard of een badknecht verkleedde men zich in een lichaamsbedekkend badpak terwijl het rijtuig de zee in werd gereden. Met de ingang van de koets naar de open zee gericht konden de dames en heren onbespied het trapje af te water gaan.
In het kielzog van de rijke lieden en aangetrokken door het Zeeuwse licht vonden ook spraakmakende kunstenaars als Jan Toorop en Piet Mondriaan hun weg naar het sfeervolle Domburg. Mondriaan’s schilderijen van de kerk van Domburg werden steeds abstracter en Toorop woonde rond 1900 in een huisje op de Domburgse markt. In een reproductie van Toorop’s tentoonstellingslokaal is nu het museum Marie Tak van Poortvliet gevestigd.